Voor ons Inheemsen is geen hangijzer zo heet als onze collectieve grondenrechten. Het bevreemdt dan niet dat Vicepresident Ronnie Brunswijk (wederom) hierop ingaat in zijn speech, tijdens de inauguratie van het nieuwe dorpsbestuur van Matta, op zaterdag 25 juni jl.
Volgens Brunswijk was het al bijna zover op de grote meeting met dorpshoofden op Colakreek, tijdens de regering Bouterse I. “De reden werd niet bekend gemaakt, maar plotseling kreeg Bouterse een bericht en verliet hij heel boos de vergadering. Daarna gebeurde er een hele tijd niets en nu zijn we weer tien jaren verder.”
Geen binnenlandbewoner
Brunswijk vindt een andere gelegenheid in 2020 wanneer er negen maanden na de verkiezingen een conceptwet wordt gestuurd naar het parlement. Maar voor de commissie van rapporteurs die wordt ingesteld, wordt geen binnenlandbewoner benoemd als voorzitter, maar de heer Gajadien.
“We zijn daarmee akkoord gegaan, want het is onze partner. Maar nu wachten we al bijna een jaar op het eindverslag van die commissie, maar ik beloof dat áls er na dat jaar nog niets gebeurt zullen we alle wegen bewandelen voor onze grondenrechten. No frede, mi de nanga unu, de grondenrechten komen binnen deze vijf jaren.”
Strijd
Een eerdere spreker over collectieve grondenrechten is kapitein Lloyd Read. Hij spreekt klare taal: “Geen landbouw, geen toerisme betekent geen geld.” Zijn zinspreuk is ‘Wan ingi sondro gron a no wan ingi’. Met andere woorden, niet alleen ons leven maar ook onze identiteit is verbonden aan onze gronden.
Als voorzitter van OSIP (Organisatie van Samenwerkende Inheemse dorpen in Para, Wanica – en nu ook Commewijne) geeft hij aan dat binnenkort de mensen worden gemobiliseerd om de strijd weer op te pakken. “De stad breidt uit en we voelen de druk. Tijd nu om in actie te komen.”
Opschrijven
Behalve actie gaat Reads kijk op deze issue ook verder dan de aanname van een wet voor de erkenning van de rechten van Inheemse volken. Hij denkt daarbij aan zaken zoals veiligheid, werkgelegenheid, protocollen voor bestuurswisseling enz. “Vaak hoor je de mensen zeggen dat de overheid niet mag komen bemoeien, maar dat kan niet helemaal zo zijn.
De overheid mág een rol vervullen als waarnemer. Indien het zelfbeschikkingsrecht erkend is, moeten wij Inheemsen voor onszelf nagaan hoe we de relatie zien met de overheid. Alle onderdelen moeten aan de orde komen en dat vereist sterk leiderschap.
We moeten opschrijven wat we willen over alle zaken, zoals veiligheid, werkgelegenheid enz. Belangrijk is ook dat we een profiel maken waaraan een leider moet voldoen.” In een apart gesprek geeft Read aan dat hij geen heil meer ziet in petities en brieven.