Status inheemsen in Suriname

Voor de komst van de eerste Europeanen rond 1500, werd Amerika uitsluitend bewoond door inheemse volken. Toen Columbus in 1492 als eerste Europeaan voet zette in Amerika dacht hij in Indië (Oost-Azië) te zijn aangekomen. Daarom noemde hij de bevolking die hij hier tegenkwam ‘indianen’. Internationaal protesteren inheemse gemeenschappen tegen deze naamgeving omdat de miljoenen oorspronkelijke bewoners van de Amerika’s niet simpelweg als een etnische groep beschouwd kunnen worden, maar verdeeld zijn over verschillende inheemse volken. In Canada bijvoorbeeld noemen de inheemse volken zich ‘First Nations’. En in Suriname is gekozen voor de benaming ‘inheemsen’.

In Suriname wonen 20.344 inheemsen, dat is 3,8% van de totale bevolking (census 2012). De vier grootste inheemse volken zijn de Kaliña (Caraïben), Lokono (Arowakken), Trio (Tareno, Tiriyo) en Wayana. In het zuiden van Suriname komen ook kleine groepen voor van andere inheemse volken waaronder de Akuriyo, Apalai, Wai-Wai, Katuena/Tunayana, Mawayana, Pireuyana, Sikiiyana, Okomoyana, Alamayana, Maraso, Sirewu en Sakëta. De Kaliña en Lokono wonen voornamelijk in het noorden van het land en worden in de literatuur ook wel ‘laagland’ inheemsen genoemd, terwijl de Trio, Wayana en andere inheemse volken in het zuiden ook als ‘hoogland’ inheemsen beschreven worden.

Suriname heeft in 2007 de VN Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volken goedgekeurd. Maar Suriname erkent in haar wetgeving geen inheemse en tribale volken, is het enige land in Zuid- en Noord-Amerika dat de landrechten van inheemse en tribale volken niet wettelijk heeft geregeld en is één van de weinige landen in Zuid-Amerika die ILO Conventie 169 voor de rechten van inheemse en tribale volken niet heeft bekrachtigd. Dit vormt een bedreiging voor de mensenrechten van inheemse en tribale volken en voor hun overleving en welzijn, vooral gezien het nationaal beleid voor exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen waaronder goud, bauxiet, water, hout en andere bosprodukten.