Goudmijnen in beschermde gebieden van de 3 Guyana’s hebben collectieve strategie nodig – Inheemse volken geloven in uitvoering van eigen strategie –

Door Josee Artist

Legale en illegale goudmijnbouw in beschermde gebieden van de drie Guyana’s, te weten Guyana, Suriname en Frans Guyana, vernietigen het milieu en veroorzaken problemen voor de mensen die daar leven. Na drie dagen van presentaties, dialoog en discussies mag de conclusie zijn dat vooralsnog deze vernietiging onverminderd doorgaat en overheden en instituten nog niet voldoende antwoord hebben kunnen geven op de misstanden. Granman Miep Pelenapin (Kawemhakan), kapitein Rudi Clement (Witagron) en Josee Artist (VIDS) hebben van 12 tot 14 februari deelgenomen aan de 3de regionale workshop van het project “Strengthening the Network of Protected Areas in the Guiana Shield”. De 15 personen tellende delegatie van Suriname werd samengesteld door het Ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO) en van Ruimtelijke Ordening, Grondbeleid en Bosbeheer (ROGB).

Issues zoals te weinig financiering voor het uitvoeren van acties, het uitblijven van politieke besluiten, en beperkte alternatieve inkomstenbronnen lijken nog onvoldoende te worden aangepakt. Wel zijn er enkele interessante projectinitiatieven in uitvoering in Guyana, in samenwerking met inheemse volken aldaar. De inheemse volken hebben in Guyana de wettelijke erkenning van hun collectieve gronden en zijn daardoor in staat overeenkomsten te sluiten op basis van afspraken die zij belangrijk vinden. Zij kunnen samen met instituten die het milieu in bepaalde gebieden beschermen – waarbij er een overlapping is met hun traditioneel woon- en leefgebied –  uitvoering geven aan het beheer.

Overigens mogen beschermde gebieden gelegen in collectieve woon- en leefgebieden alleen met volledige toestemming van inheemse volken, met de toepassing van Free, Prior and Informed Consent (FPIC), ingesteld worden! Toch blijft waakzaamheid van die inheemse volken geboden. Wordt daadwerkelijk uitvoering gegeven aan wat inheemse volken werkelijk willen? Of worden zij sterk beïnvloed door wat hun wordt aangeboden? Sinds kort zijn ze in Guyana gestart met een project dat door Conservation International-Guyana is opgezet. In dit project worden inheemse dorpen ondersteund met het ontwikkelen van een visie plan. Met het lange termijn visie plan kunnen zij beter bepalen welke noden zij hebben en wat zij elk jaar aan hun overheid kunnen vragen. Immers krijgt elk inheems dorp elk jaar een budget van tenminste 3.500 USD (maximaal 20.000 USD) via de Guyanese overheid, van de Common Wealth. Aangezien wij geen binding hebben met de Britse Kroon komen wij daarvoor niet in aanmerking.

Suriname heeft een totaal ander beleid ten aanzien van het beschermen van gebieden. Momenteel wordt geprobeerd om de illegale goudzoekers van Bronsweg/Brownsberg, die in het beschermd gebied mijnen, een nieuwe plaats buiten het beschermd gebied toe te wijzen en hun activiteit direct te legaliseren. Onze marronbroeder, Kwinti kapitein Rudie Clement, gaf in zijn presentatie aan dat er zeker 5 tot 10 keren geprobeerd was om goud te gaan mijnen in zijn gebied, waar ook het Centraal Suriname Natuur Reservaat ligt. Al die keren hebben de dorpelingen acties ondernomen om dit te voorkomen en hebben ze melding gedaan bij de afdeling Natuur Beheer. De Kwinti willen best samen het beheer voeren met de overheid, immers ze doen het werk al. Ze willen echter ook gecompenseerd worden voor het gebied dat hun is afgenomen en ze hebben trainingen nodig. Al langer dan twintig jaar wordt het Kwinti volk niet betrokken. Ondertussen worden de bedreigingen steeds groter en het is meermalen gebleken dat de Kwinti zelf de betere beschermers zijn van het gebied, simpelweg omdat zij altijd aanwezig zijn en het gebied als beste kennen en al zo lang beschermen.

Granman Miep presenteerde middels foto’s hoeveel milieuvervuiling langs de Lawa rivier en in de bossen rondom Kawemhakan (Anapaike) plaatsvindt. Al op 5 minuten benedenstrooms varen van het dorp is het eerste Braziliaanse kamp en bovenstrooms bij Kumakapan is de mijn op loopafstand. De aanwezigheid van Chinese winkels en het vliegveld in Kawemhakan maakt dat er veel buitenstaanders in het dorp komen. Zij vervuilen, stelen buitenboordmachines, veroorzaken onrust in het dorp met hun ATV’s, is het gebruik van westerse alcohol toegenomen, is er geen vis meer in de rivier nabij het dorp en door de grensoverschrijdende activiteiten moet alles in Euro’s worden betaald. Euro’s die de Wayana niet heeft. Armoede, gezondheidsproblemen, onderwijsproblemen (er is sinds de binnenlandse oorlog geen school in het dorp), veiligheidsproblemen en criminaliteit zijn enkele van de zaken die dringend moeten worden aangepakt.

 

Beide traditionele gezagdragers benadrukten dat zij weer gezag en controle over hun eigen woon- en leefgebieden willen krijgen. Door het vaak eenzijdig optreden van de overheid waarbij de dorpsleiders worden uitgesloten bij besluitvormingsprocessen en doordat onder meer de grondenrechten en het traditioneel gezag niet wettelijk erkend zijn, wordt zelfstandig optreden nu ernstig belemmerd. De gezagdragers erkennen dat ondersteuning van overheid en/of instituten nodig kan zijn, maar dat zij te allen tijde leiding geven aan activiteiten in hun gebieden.

Zelf maak ik gebruik van de beperkte tijd die we elk hebben gekregen, steeds 2 minuten per persoon, om aan te geven dat inheemsen niet zo zeer aan goudmijnen doen en dat zij ook niet zo zeer leven in de gebieden waar goud wordt gemijnd zoals dat bij de marrons het geval is. Echter zijn er wel een aantal gebieden, zoals het Lawa gebied die ernstig wordt bedreigd en al is het niet in een beschermd gebied, wij zien dat wel als een Inheemse Beschermd Beheer Gebied! Tegenwoordig erkend de IUCN, dat is de wereldorganisaties die alle beschermde gebieden registreert en daar ook plannen voor maakt en beleid over voert, dat inheemse en lokale gemeenschappen hun eigen gebieden mogen beschermen op basis van hun eigen traditionele regels. Tijdens de drie dagen is daar helemaal niet over gesproken.

Als inheemse volken zelf, zonder instituten als Conservation International of de overheid, hun eigen plannen voor de toekomst kunnen maken, hun eigen visie kunnen ontwikkelen op basis van wat wij zelf belangrijk vinden, weet ik zeker dat elk dorp daar ook een stuk over het beschermen van hun woon- en leefgebied in opneemt. Het kan zelfs zijn dat inheemse dorpen en of regio’s beslissen dat het collectief woon- en leefgebied volledig een Inheems Beschermd Beheergebied is. En waarom ook niet? In de wereld is dat al door meerdere inheemse dorpen gedaan! Door het IUCN worden deze gebieden Indigenous and Local Communities Conservation Areas (ICCA) genoemd, echter je mag het een eigen naam geven. Wij, in Suriname, mogen ook beslissen hoe we die gebieden willen noemen.

In mijn presentatie heb ik gevraagd aan de overheden en instanties van beschermde gebieden van Suriname, Guyana en Frans Guyana of zij bereid zijn de inheemsen te ondersteunen bij eigen initiatieven van de inheemse gemeenschappen. Echter wel op de manier zoals inheemsen dat zelf willen en volgens onze eigen inheemse wereldvisie. De enige zinvolle reactie die is gegeven, was dat tijdens de afgelopen dagen te weinig aandacht aan deze ideeën van inheemse volken is besteed en dat de projectdragers moeten nagaan hoe dat nog kan worden meegenomen in het project. Dat betekent dat wij heel aandachtig moeten volgen wat in het eindverslag zal staan en we moeten ervoor zorgen dat niet alleen processen die bij de huidige nationale regelgeving passen, worden meegenomen, maar ook internationale processen die van toepassing zijn voor inheemse volken. Vooral in de Surinaamse context is dat belangrijk.

Noot: Het project “Versterking van het netwerk van beschermde gebieden in het Guyanaschild en de bijdragen ervan aan duurzame ontwikkeling met betrekking tot lokale cultuur, waarden en leefgewoontes” is een grensoverschrijdende aanpak van de managers van beschermde gebieden in Frans-Guyana, Suriname en Guyana. Deze workshop in Frans Guyana was onderdeel van dit project dat door Parc Amazonien uit Frans Guyana was opgezet. De overheden van de drie Guyana’s zijn partner. Enkele NGO’s en inheemse organisaties mochten deelnemen aan workshops die in Guyana, Suriname en Frans Guyana zijn gehouden. VIDS werd al eerder uitgenodigd en nam ook deel aan de workshop in Guyana over Traditionele Kennis en Beschermde Gebieden. Daar hebben wij met name nadruk gelegd op het gebruik van engagement protocollen en FPIC. VIDS werd niet uitgenodigd voor de workshop in Suriname over Eco-Toerisme en Beschermde Gebieden. We ontvingen weer een uitnodiging voor deze laatste workshop in Frans Guyana. De uitkomsten van alle bijeenkomsten worden vastgelegd en strategische plannen die uit de presentaties naar voren zijn gekomen, geven de aanzet om vervolgactiviteiten te ontwikkelen.

[Het Small Grant Program geeft financiering voor ICCA-projecten. Voor informatie mag u mij altijd benaderen, tel. 520130 / 8238244 of dhr. Wijngaarde, coördinator van het programma, tel. 420030].