Resultaatgebieden

In het Meerjarenprogramma wordt aangegeven dat het werk van de VIDS opgedeeld is in vijf programmatische resultaatgebieden (of beleidsgebieden) om de doelstellingen te bereiken. De programmatische resultaatgebieden zijn:

  1. Juridische Erkenning Rechten Inheemse Volken (met nadruk op grondenrechten)
  2. Versterking Inheemse Bestuurssysstemen
  3. Autonome Duurzame Gemeenschapsontwikkeling, Onderwijs en Cultuur
  4. Strategie, Beleid en Sociaalmaatschappelijke Participatie
  5. Organisatie en Management

Crosscutting thema’s zijn: Communicatie, Bewustwording, Capaciteitsversterking en Gender

Bij de uitvoer van deze programma’s en de daaruit voortvloeiende projecten volgt VIDS zoveel mogelijk een resultaatgerichte, mensenrechten benadering, met andere woorden onze programma’s richten zich op het bereiken van concrete resultaten en zijn vooral gericht op de verwezenlijking van universele mensenrechten en (collectieve) rechten van inheemse volken.

ad 1. Juridische Erkenning Rechten Inheemse Volken
VIDS streeft naar juridische erkenning van de rechten van inheemse volken in Suriname, met de nadruk op wettelijke erkenning van de grondenrechten en van de traditionele gezagsstructuren, twee fundamentele pilaren van het zelfbeschikkingsrecht van inheemse volken. Erkenning van deze rechten is een cruciale conditie voor ontwikkeling omdat het rechtszekerheid biedt aan inheemse gemeenschappen. Duurzame menselijke ontwikkeling moet komen vanuit en onderhouden worden door de gemeenschappen zelf, zonder het risico dat het gebied aan derden in concessie is gegeven door de overheid.Binnen dit resultaatgebied zijn als doelen opgenomen: demarcatie van inheemse gebieden, afronden van de conceptkaderwet voor de juridische erkenning van de grondenrechten en grotere erkenning van rechten van inheemse volken inclusief grondenrechten.

ad 2. Versterking Inheemse Bestuurssystemen

Versterking van het inheems gezag en de bestuurlijke/democratische processen binnen de gemeenschappen is sinds haar oprichting een fundamentele strategie van VIDS. Voortdurende voorlichting en informatieverstrekking, scholing en training, en institutionele versterking, met name via organisatievorming op regionaal niveau, zijn hierbij uitermate belangrijk. Een volk heeft immers sterke leiders nodig die goede, goed geïnformeerde beslissingen kunnen nemen, uitgaande van eigen inheemse overtuigingen, cultuur en wereldbeeld, geleid door universele principes van mensenrechten en rechten van inheemse volken.  Tegelijkertijd moeten eeuwenoude inheemse systemen van goed bestuur, democratie en bevolkingsparticipatie hoog gehouden worden. Inheemse leiders functioneren tegenwoordig bovendien in twee ‘werelden’; hun eigen gemeenschap en de westers georiënteerde Surinaamse gemeenschap, waartussen ze een intermediaire rol vervullen.

In dorpsgemeenschappen is momenteel een trend waarneembaar om jongere, geschoolde personen tot hun leiders kiezen. De rol van inheemse vrouwen in leiderschap, beleidsvorming en gemeenschapsontwikkeling (zowel als traditionele gezagsdragers als in gemeenschapsorganisaties) wordt ook steeds groter.

Binnen dit programmatisch resultaatgebied onderneemt VIDS activiteiten voor capaciteitsversterking en bewustwording m.b.t. inheemse rechten, autonome ontwikkeling en effectieve participatie met toepassing van FPIC (Free, Prior, Informed Consent) principes. Reeds is een start gemaakt met het uitschrijven van een protocol voor participatie en FPIC van inheemse volken, dat gerespecteerd dient te worden door bijvoorbeeld bedrijven (en de overheid) die in inheemse gebieden activiteiten wensen te ontplooien. De bedoeling is dat in alle inheemse gebieden een dergelijk protocol zal gelden. Daarnaast wordt ook gewerkt aan de decentralisatie van VIDS met het oprichten en/of versterken van regionale inheemse organisaties en het vastleggen van bestuursregels met participatie van het volk. En in het streven naar wettelijke erkenning van het traditioneel gezag ziet VIDS er vooralsnog op toe dat alle gezagsdragers een overheidsbeschikking krijgen.

ad 3. Autonome Duurzame Gemeenschapsontwikkeling, Onderwijs en Cultuur

Bij autonome gemeenschapsontwikkeling gaat VIDS uit van de principes van ownership en zelfbeschikking.  Ontwikkeling kan niet ‘gebracht’ worden maar moet vanuit de mensen zelf komen die zelf oplossingen bedenken en ook uitvoeren.  De strategie voor dit programmaonderdeel is daarom vooral gericht op versterking van de capaciteit van lokale organisaties, in het bijzonder vrouwenorganisaties, om zelf ontwikkelingsprojecten te ontwerpen en uit te voeren, terwijl ook aan het aspect van aangepast onderwijs aandacht op beleidsniveau wordt besteed. Binnen dit kader ondersteunt VIDS gemeenschappen in het maken en managen van regionale en/of dorpsontwikkelingsplannen.

Aangezien niet alle dorpen binnen deze programmaperiode bereikt kunnen worden, zal een aanvang met vijf dorpen of regio’s gemaakt worden, waardoor ook lering getrokken kan worden uit de opgedane ervaringen. Op langer termijn kunnen deze ervaringen dan toegepast worden in andere gemeenschappen. De dorp- en regionale ontwikkelingsplannen zijn ook van belang als input in districtsplannen in het kader van het Decentralisatiebeleid van de overheid.

VIDS zal ook aandacht besteden aan cultuuraangepast onderwijs. In dit stadium zal VIDS middels onderzoek nagaan wat de behoefte en gewenste richting van tweetalig intercultureel onderwijs zou moeten zijn. Uit analyses wereldwijd is immers gebleken dat inheemse kinderen beter in het (westerse) onderwijssysteem kunnen functioneren en verder komen als het curriculum wordt afgestemd op hun eigen belevingswereld en als het onderwijs in de eigen inheemse taal of andere dagelijkse spreektaal wordt verzorgd. Goed onderwijs is één van de hoogste prioriteiten voor duurzame ontwikkeling van de inheemse volken. Binnen dit programmacomponent wordt ook voorzien in het verschaffen van studiebeurzen aan inheemse studenten voor het doorlopen van hoger onderwijs (HBO/Universitair), om zodoende te voorzien in enige duurzaamheid en aanvulling/versterking van het hoognodige inheems kader.

ad 4. Strategie, Beleid en Sociaalmaatschappelijke Participatie

Dit resultaatgebied richt zich op continue vorming en het uitdragen van het beleid en de strategieën van VIDS in haar streven naar respectering en erkenning van de rechten van inheemse volken in Suriname.  Hierbij wordt op verschillende niveau’s gewerkt: binnen de VIDS als organisatie, in de dorpen en op nationale en internationale podia.

VIDS heeft immers geen statisch beleid; de beleidslijnen en strategieën die bij de algemene VIDS Conferentie zijn aangenomen moeten worden bijgesteld; de gemeenschappen moeten continue geïnformeerd worden en hun mening en input geven; en er komen nieuwe, soms dringende, issues die van grote invloed zijn op de inheemsen, bijvoorbeeld klimaatverandering en REDD (Reduced Emissions from Deforestation and Degradation of forests). Het VIDS bestuur wordt ook steeds meer gevraagd bij bestuurskwesties op gemeenschapsniveau, bijvoorbeeld dorpsbestuurwisselingen maar ook grondenrechtenproblemen met derden.  Wat voorheen als ‘ad-hoc vergadering’ of ‘spoedgeval’ werd aangemerkt waarbij het VIDS bestuur moest ‘uitrukken’, is nu een kerntaak geworden in het functioneren van VIDS als hoogste inheems gezag, namelijk het interveniëren (bemiddelen, in goede banen leiden, adviseren) in bestuurskwesties.  Deze trend geeft aan dat de beoogde versterking van het traditioneel gezag inderdaad wordt verwezenlijkt en verder versterkt en uitgebouwd moet worden. Informatie uitwisseling en gelegenheden voor inhoudelijke discussies zijn dus een absolute noodzaak voor het functioneren van VIDS.

Van essentieel belang zijn ook lobby en advocacy, zowel nationaal als internationaal, binnen het streven naar beleidsbeïnvloeding om inheemse rechten en zelfbeschikking opgenomen te krijgen in het mainstream beleid van de overheid. VIDS participeert daarom ook in verschillende beleids- en adviesorganen, stuurgroepen van projecten en andere multi-stakeholder lichamen. Hetzelfde geldt voor beleidsbeïnvloeding van NGO’s, multinationals en andere organisaties, in het bijzonder internationale milieu- en ontwikkelingsorganisaties die projecten in of voor het binnenland uitvoeren en/of financieren, soms zonder voldoende rekening te houden met de rechten van de inheemse volken en het principe van free, prior and informed consent (FPIC).

Middels regionale en internationale netwerken vindt ook uitwisseling plaats van beleid, ervaringen en ‘lessons learnt’ hetgeen al zeer nuttig is gebleken voor gemeenschappen, bijvoorbeeld voor West Suriname die heeft geleerd uit de invloeden van mijnbouw op inheemse gemeenschappen in Canada, en de ervaring van de Saramaccaners voor de rechtszaak die CLIM uit Oost Suriname aanhangig maakte bij de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie. Anderzijds zijn ook de ervaringen van VIDS het delen waard; er blijken bijvoorbeeld soorgelijke organisaties van traditionele leiders elders in de regio te zijn terwijl sommige landen alleen ‘westerse’ organisatievormen hebben en zeer geïnteresseerd zijn in de geschiedenis en werkwijze van VIDS.

ad 5. Organisatie en Management

Dit resultaatgebied richt zich op de interne organisatie en het management van de organisatie, en vooral wat betreft het functioneren van Bureau VIDS. Het Bureau vervult een onmisbare positie in het functioneren van VIDS; immers de dorpshoofden wonen verspreid over het hele land terwijl Suriname nog erg centralistisch is ingesteld wat betreft politiek en beleid. Ook is Bureau VIDS een noodzakelijke schakel tussen het traditioneel gezag en donororganisaties, met name wat betreft het aanvragen, beheren en verslag geven over projectmiddelen. Met het toenemende werk is het noodzakelijk dat zowel het Bureau als het bestuur van VIDS versterkt worden, met name de interne organisatorische processen met betrekking tot het algemeen management, financieel management, personeelsbeleid en overige administratieve zaken. Hierbij kan gedacht worden aan trainingen voor personeel en bestuursleden, verbeteren van comptabele processen, procedures en protocollen, upgraden en professionaliseren van het financieel management en rapportagesysteem en herziening van het personeelsbeleid.